Waar zou ze aan denken? Niemand zal het ooit te weten komen.
Ze zit in haar schommelstoel op de veranda van haar kleine huisje in Paramaribo. Het is warm maar dat deert haar niet, mijn oude tante. Met haar Europese uiterlijk past ze niet zo goed in het tropische straatbeeld maar toch is ze daar geworteld.
Als oudste dochter in een groot gezin heeft ze overduidelijk beantwoord aan de verwachting om als oudste ook de meest wijze te zijn.
Tante heeft veel meegemaakt en dat heeft haar gevormd tot een door vriend en vijand gerespecteerde vrouw. Iemand die goed luistert, weinig woorden gebruikt, een zekere rust uitstraalt, waar nodig sust maar nooit en te nimmer een stellige mening geeft. Als oudste heeft zij ontelbare malen de ‘jonkies’ bijgestaan, hun ruzies gesust en geholpen weer vrede te sluiten. Zij is de rots in de familiebranding. Een rots was ze waarschijnlijk ook, tot haar pensioen, voor de collega’s op het werk, maar daar weten zelfs haar eigen kinderen niets vanaf.
Regelmatig als ik aan haar denk voel ik de neiging opkomen om haar op te bellen en te vragen wat haar bezighoudt. De kansen die ik heb gehad in de loop van de tijd om het haar persoonlijk te vragen heb ik laten schieten. Mijn schroom was sterker dan mijn nieuwsgierigheid. Misschien wilde ik me ook vastklampen aan mijn eigen beeldvorming van die lieve, sterke, onafhankelijke vrouw die nooit huilde, schold of zelfs haar stem verhief.
Met haar rustige, grijze ogen zit ze in haar schommelstoel en mijmert. Waar zou ze aan denken? Aan lang voorbije liefdes, verliezen, misschien aan haar jeugd, haar eerste baan? Niemand zal het ooit te weten komen want deze oude rots zal het niet vertellen, standvastig als ze is.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten